Lesmethoden groep 1/2


Spelen en leren in groep 1/2

Spelen is de natuurlijke manier van leren van een kind en van groot belang voor de sociaal- emotionele ontwikkeling. Daarom zijn de activiteiten in groep 1/2 op het spelend leren gericht. We gaan uit van spel dat wel gebonden is aan regels, afspraken en opdrachten.


Dagindeling

De dagindeling verloopt meestal volgens een vast ritme. We beginnen de ochtend en de middag met de grote kring. In de grote kring worden allerlei activiteiten gedaan zoals voorlezen, aanleren van versjes en liedjes, drama, aanleren van nieuwe technieken voor werklessen, voorbereidende reken- en taalspelletjes en kringgesprekken.

Na de kring gaan de kinderen werken in groepjes of individueel. In iedere groep hangt een planbord waarop alle activiteiten zijn aangegeven. De kinderen zijn ingedeeld of kunnen zelf kiezen. De leerkracht houdt in de gaten welke keuzes de leerling maakt en stuurt waar nodig bij.


Wat is er te doen?

De kinderen kunnen onder andere kiezen uit:

  • werken in de verschillende hoeken; huishoek, bouwhoek, schrijfhoek etc.
  • werken met verschillende constructiematerialen; knex, lego, magnetix, kapla etc.
  • werken op de computer
  • werken met ontwikkelingsmateriaal uit de kasten; gezelschapspelletjes, loco, puzzels etc.
  • meedoen met een creatieve les die door de leerkracht wordt aangeboden; bijvoorbeeld aan de knutseltafel, aan de tekentafel of op het verfbord.

Thema’s door het jaar heen

De kring- en werklesactiviteiten zijn vaak gekoppeld aan het thema waar we op dat moment mee bezig zijn. Dit zijn de jaarlijks terugkerende thema’s zoals Sinterklaas, Kerst en de jaargetijden. Andere thema’s sluiten aan bij de belevingswereld van het kind zoals dieren, sprookjes, ziek zijn. Maar ook kunst, piraten of op reis kunnen het onderwerp zijn.

Methodes

We zijn in het bezit van verschillende methodes. Bijvoorbeeld ‘Met Sprongen Vooruit’, ‘Muziek moet je doen!’, Taalverhaal, fonemisch bewustzijn, methodes die de ontluikende belangstelling voor letters en cijfers stimuleren. Deze methodes volgen we niet op de voet. Ze dienen als inspiratiebron bij de door ons gekozen thema’s. Voor natuureducatie maken we gebruik van verschillende projecten verkregen via de dienst natuur en milieueducatie en de methode leefwereld.

Inzet kleine kring

Om sommige kinderen extra aandacht of extra oefening te geven werken we behalve met de grote kring ook met de kleine kring. Door het kleiner aantal kinderen krijgen ze meer de gelegenheid om zich de stof eigen te maken. De andere kinderen werken/spelen op dat moment zelfstandig in de verschillende hoeken en op de gang.

De klas uit!

Naast de activiteiten in de klas vinden er ook activiteiten in het speellokaal plaats. Een keer in de week wordt de klim en klauterbaan uitgezet waarin de kinderen vrij kunnen spelen: klimmen, glijden, balanceren, koprollen maken of met een bal spelen. De andere keer is er een begeleide spel en/of dansles.

Ook het speelplein neemt een belangrijke plaats in in de ontwikkeling van de kinderen. Hier kunnen de kinderen heerlijk klimmen en klauteren, voetballen, touwtje springen, met stoepkrijt tekenen, hutjes maken en lekker in de zandbak spelen.

Ook organiseren we verschillende buitenschoolse activiteiten.

Voorbereiding op groep 3

De stap van groep 2 naar groep 3 is voor veel kinderen groot. Groep 2 kenmerkt zich door het spelend leren, terwijl van groep 3 kinderen meer concentratie en zelfstandigheid wordt verwacht.

Om de groep 2’ers voor te bereiden op het ‘andere leren’ in groep 3 krijgen ze vanaf januari de weektaak. Deze taak bestaat uit diverse opdrachten, zoals een reken- lees- of schrijfwerkblad, een teken- of knutselopdracht of een werkje uit de kast. De kinderen leren deze taak, uitgespreid over de week, zelfstandig uit te voeren. Verder is er in alle kleutergroepen een lees-, schrijf- en rekenhoek.

Door observaties en toetsjes houdt de leerkracht de ontwikkeling van het kind in de gaten. Hierbij kijken we niet alleen naar het cognitieve aspect, maar ook naar de sociale- en emotionele ontwikkeling. Indien nodig krijgt het kind extra aandacht van de leerkracht tijdens de kleine kring of van de ondersteuner op de ondersteuningsdag.

Na de meivakantie starten we met het voorbereiden van de groep 2-ers op het werken en leren in groep 3. In de praktijk zullen we dit de klassenverkleining noemen omdat de groep 2-ers op deze momenten gaan werken in een kleinere groep en de overige kleuters dan ook in een kleinere klas zullen doorwerken.

Klassenverkleining

Organisatorisch betekent het dat er van alle groep 2-ers twee groepen van elk circa 12 leerlingen worden gevormd. Uit elke klas zal dus de ene helft van de groep 2-ers in de ene groep zitten, de andere helft in de andere groep. De leerkracht, die op de dinsdagen altijd de ondersteuning verzorgt, zal ’s ochtends de ene groep en ’s middags de andere onder haar hoede nemen. De ochtend- en middaggroepen zullen na elke week van dagdeel wisselen. De kinderen worden vervolgens aan de hand van oefening en opdrachten op het gebied van taal, rekenen, schrijfmotoriek en voorbereidend lezen, vertrouwd gemaakt met de aanpak en de lesstof van groep 3. Het aanbod is daarbij afgestemd op hun niveau en sluit zoveel mogelijk aan bij hun belevingswereld. Ook zal de leerkracht op gezette tijden ruimte inlassen voor meer spelende activiteiten. We hopen op deze wijze een soepele overgang naar de werkwijze van groep 3 te bevorderen. Bijkomend voordeel is dat hiermee alle groep 2-ers ook alvast kennis maken met (een deel van) hun toekomstige klasgenoten.

Van groep 2 naar groep 3

In principe gaan alle kinderen die 2 jaar of meer gekleuterd hebben naar groep 3. Naar de kinderen die geboren zijn in augustus tot en met december wordt extra goed gekeken. We gebruiken daarbij het leerlingvolgsysteem en hanteren een beslissingsprocedure. De conclusie kan dan zijn een kind eerder naar groep 3 te laten gaan of nog een extra jaartje in de kleutergroep te laten blijven. Dit besluit vindt plaats na een zorgvuldig afgewogen stappenplan waarbij we de inbreng van de ouders in de overwegingen meenemen. Het definitieve besluit ligt uiteindelijk bij de school.